Blogs 2020

Ons k(r)ampeeravontuur

Geultjes graven in de regen, krijsende kinderen en gedeeld sanitair; dat neemt onze mamablogger Leonie maar voor lief. Na jaren in een bungalow met een man die geen tent in is te slaan, verlangde ze terug naar de camping. Niet alleen voor zichzelf, maar ook om haar kinderen dit te laten ervaren. Dus zelfstandig als ze is boekte Leonie een campingplaats voor vier dagen. Manlief ging niet mee. Maar haar andere grote liefde: Nils (9 jaar) wél! Een kampeertrip voor twee: quality time voor twee.

Met gekoesterde herinneringen denk ik terug aan de kampeervakanties die ik als kind heb beleefd. De avond voor we op vakantie gingen moesten we altijd vroeg naar bed. Ik sliep niet. Ik keek naar de klok, met vlinders in mijn buik. Om 3 uur ‘s nachts werd ik namelijk wakker gemaakt en in de auto gezet. Op weg naar Zuid-Frankrijk. De vouwwagen achter de auto, mijn vader achter het stuur en mijn moeder daarnaast met een thermoskan koffie. Ik zat met mijn drie zusjes samen op één achterbank (en ik vraag mij serieus af: hoe dan?). Vier blonde koppies op een rij. Ik vond het fantastisch! Och, wat heb ik goede herinneringen aan al die vakanties: de hele dag op pad met vakantievriendinnetjes, de strandjes, het stokbrood en de markten waar we snuffelden voor mooie souvenirtjes. Slapen in een tentje met mijn zus, tot laat in de avond fluisterend, giechelend en luisterend naar de krekels. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Team bungalow

En daar was de liefde van mijn leven. Die een hekel heeft aan kamperen. Één keer wist ik hem over te halen en verbleven we met onze Nils, van toen nog maar 5 maanden, een week op de camping. Het was die week ontzettend slecht weer en dat was heel ongemakkelijk met een baby in een tent. Daarmee was het dus de eerste en laatste keer dat we samen kampeerden en werden wij samen ‘team bungalow’ (iets waar ik me ook prima in kan vinden). Maar het blijft me toch trekken, dat kamperen. En ik wil zó graag dat mijn kinderen dit gevoel ook meekrijgen in hun opvoeding. Daarnaast houd ik wel van iets nieuws, iets geks, een avontuur. Dus bedacht ik om gewoon zelf te gaan. Waarom niet? In mijn eentje met drie kinderen op pad vond ik een stap te ver, maar met de oudste durfde ik het avontuur wel aan. Hebben we gelijk even wat één op één tijd. Super toch?

Zo geschiede. Via Marktplaats kocht ik voor een prikkie een splinternieuwe tent. In de schuur zocht ik wat spulletjes bij elkaar die ik nog had. Ik leende een campingstoeltje van mijn schoonzus, een elektrische koelbox van een collega. Iets om op te koken liet ik maar voor wat het was. Drie avonden iets te eten scoren op en om de camping leek me geen probleem. Ik betrok Nils bij de voorbereidingen en liet hem helpen met inpakken en spullen in de auto zetten. En hoe dichterbij de dag kwam dat we zouden gaan, hoe nerveuzer hij werd. Net als ik vroeger, zo schattig!

and off we go

De ochtend dat we weggaan passen opa en oma op de meisjes. Nadat Nils voor de zesde keer heeft geplast kunnen we vertrekken. Opa, oma en de meisjes zwaaien ons uit. Eenmaal de hoek om zegt Nils met een snik: “Ik ben zo blij dat ik bijna moet huilen”. Ik smolt ter plekke achter het stuur (maar was gelukkig nog in staat om te rijden).
We komen aan op de camping en melden ons bij de receptie. Het is een regenachtige dag. Sterker nog: het komt met bakken uit de hemel. Ik laat Nils niet merken dat ik daarvan baal en stiekem ook een beetje zenuwachtig ben, zo alleen op pad met enkel een tent inclusief een kind is voor mij ook nieuw. Ik bekijk buienradar en zeg heel stoer en optimistisch: “Het is bijna droog en over een uur gaat het pas weer regenen, het lukt ons vast om in die tijd de tent op te zetten”. We stappen weer in de auto en rijden naar onze kampeerplek. Het blijkt dat onze plek op het laagste deel van de camping ligt. Het is zo nat; een moeras is er niets bij. HELP! Even denk ik aan die keer in Frankrijk dat we midden in de nacht wakker werden van de regen en mijn vader de overburen ging helpen om geultjes te graven omdat hun tent volledig onder was gelopen. Zelfs toen hebben we gelachen. Dus lach ik maar om de situatie om Nils, die al super nerveus is, te laten merken dat deze moeder alles onder controle heeft. Ik probeer bij de receptie nog een andere kampeerplek te krijgen, iets hoger gelegen. Maar helaas, alles is vol geboekt dus hier moeten we het mee doen.

na regen komt zonneschijn

Gelukkig wordt het inderdaad droog, zakt het water redelijk snel de grond in en kan ik dankzij de blubber goed zien waar ik de tent níet neer moet zetten. Het opzetten van de tent gaat écht goed samen. Dit hebben we stiekem al een keer geoefend in de tuin. In no-time staat onze nieuwe aanwinst en leer ik Nils hoe je het tentdoek spant en de haringen in de grond slaat. Hij vindt het allemaal zo leuk. Samen genieten we nu al van elke haring die we in de grond slaan. Alle spullen die we mee hebben krijgen een plekje in de tent. We pluggen de stroomkabel in. Tafel en stoelen uitgeklapt en op het moment dat we gaan zitten begint het weer te regenen. We blijven even in de tent zitten. Nils kleurt een kleurplaat en ik doe niks. Ik kijk, luister en ruik. Ruik? Ja, ik ruik! De geur van de tent, de luchtbedden, het gras, de bomen; het brengt me terug naar vroeger. Ik vind het heerlijk en geniet op & top. Kijk mij hier zitten, met mijn grote kanjer, stoer met z’n tweetjes op pad en dit vier dagen lang! Ik ben zo gelukkig als een kind dat een snoepje krijgt.

De geur van de camping

Die avond regent het nog, maar we willen wel wat doen en besluiten te gaan bowlen. Ik probeer Nils te laten winnen, maar speel per ongeluk vals. Ik gooi steeds al een bal als de hekjes van Nils nog omhoog staan. Nils krijgt de hik van het lachen en hij trekt punten bij me af.
Terug bij de tent is het weer droog en kunnen we even badmintonnen. We zetten een record neer van 26 keer overspelen, een record dat niet meer te verbreken is in de dagen die volgen.
Als het begint te schemeren wordt het tijd om tanden te poetsen en in de slaapzak te kruipen. Even naar het toiletgebouw: in pyjama en op slippertjes. Als Nils om 22.00 uur in bed ligt ben ik eigenlijk ook gesloopt. Wat een gave, maar intensieve dag. Ik maak me klaar voor bed en kruip in mijn slaapcabine. Oh, wat ruikt het nog steeds lekker! Ik pak mijn zaklamp en lees nog wat voordat ik ga slapen. Langzaamaan wordt het steeds rustiger op de camping en beginnen mensen te fluisteren.

De nachtelijke issues van een camping

Ik heb het idee dat ik er net een uurtje slapen op heb zitten als de rust op de camping abrupt wordt verstoord. Het kindje van de overburen, een meisje van ik schat anderhalf jaar oud, begint enorm te hoesten. Ik word er zelf naar van. Wat volgt is een verschrikkelijke huilbui. En die duurt maar en duurt maar. Nils wordt er ook wakker van en wij twee zijn niet de enige. Om me heen hoor ik mensen fluisteren. Nils gaat naar de wc. Zaklamp aan, slippers zoeken, rits open, rits dicht. Flip, flop, flip gaan de slippers door het gras richting het toiletgebouw. De buurvrouw gaat ook naar de wc. Rommelderommel, caravandeurtje open, caravandeurtje dicht. Flip, flop, flip richting het toilet gebouw. Over het grindpad loopt ook iemand, ik hoor steentjes knarsen. Het kindje blijft maar huilen. In mijn hoofd probeer ik de ouders niet te veroordelen. Je kan moeilijk het batterijtje eruit trekken, maar het is wel mega irritant. Zo kan ik toch niet slapen? Hoe laat is het eigenlijk? 3.00 uur! Nils komt terug en zegt: “Nou, die ouders doen ook niks om dat kind stil te krijgen.” Inmiddels lig ik ook niet meer lekker. Ik heb pijn in mijn heup en schouder van het luchtbed. Ik draai en ik draai. Het is ook nog koud en mijn voeten steken uit aan het einde van het luchtbed. Vroeger voelde dit luchtbed toch een stuk groter en comfertabeler.

Kamperen of kramperen?

Ik weet niet hoe, maar uiteindelijk worden we ‘s morgens vroeg pas weer wakker. Jongens, jongens, wat een nacht. “Wie doet dit voor de lol?” Ik hoor het stemmetje van mijn man. “Kamperen? Je bedoelt kramperen! Wie laat nou de luxe van zijn huis achter en gaat in een tentje slapen. Wat is daar nou zo leuk aan?” En dan fluistert Nils: “Psst mama, ben je wakker? Ik heb naar de vogels geluisterd. Ik hoor twee dezelfde, maar de ene is dichtbij en de andere verder weg. het is net of ze met elkaar praten. Enne mam, ik heb mijn stoel uitgeklapt. Ik zit onder een dekentje een boekje te lezen.” Ik rits mijn slaapcabine open en kijk recht in het stralende gezicht van mijn kind. Ohja… dáárom deden we dit.

Helaas blijven de nachten die volgen beroerd. Nacht twee huilt het kind weer een groot deel van de nacht en nacht drie hebben we last van de té luide Friezen die tot diep in de nacht drinken en het overduidelijk heel gezellig hebben. Als ik om 1.00 uur ‘s nachts mijn tent uit kom en vraag of het iets minder kan zeggen de dames die erbij zijn: “Kom er lekker bij zitten”. Maar het is hun eerste avond en zij weten nog niet dat het kindje van plaats 208 om 3.00 uur de hele camping bij elkaar gaat schreeuwen. In gedachten wens ik ze een hele fijne nacht.

Een onvergetelijk avontuur

Maar ach, overdag is het fantastisch. We hebben het heel gezellig. Het is fijn om écht even tijd met elkaar door te brengen. Zonder te leven op de klok, zonder afleidingen, zonder de meisjes die toch wel veel aandacht opeisen. Ik ben die dagen wel aardig bezig Nils te entertainen. Normaal gesproken gaan we naar een bungalowpar en daar zit je toch wat meer op jezelf waardoor Nils het idee van vakantievriendjes niet echt kent. En hij is ook nog eens een kat-uit-de-boom-kijker… Voor die vier dagen vind ik het prima en laat ik het gaan. Met de jongens en meiden van de animatie roosteren we marshmallows en bakken we popcorn boven vuur. We doen spelletjes, maken puzzelboekjes en we gaan zwemmen. We genieten van de ontbijtjes bij de tent en Nils wordt heel handig in het opzetten en weer inklappen van de luifel. De “ik hou van jou”-s vliegen me om de oren en zo zijn er ineens vier dagen voorbij. Eenmaal thuis ben ik echt gesloopt en staan er twee meiden op me te wachten die me hebben gemist. We delen onze verhalen en je raadt het al: volgend jaar willen de meiden met mama kamperen. Ik kan niet wachten.

Liefs, Leonie

Leonie (1985) is een actief duizendpootje. Altijd wat te doen en altijd nieuwe avonturen om zich in te storten. Tegelijkertijd stort ze daarmee ook regelmatig in haar eigen valkuil. Haar doel is om de prioriteiten goed in het vizier te houden en daar de meeste energie in te steken. En prioriteit nr. 1 is haar gezin dat bestaat uit haarzelf en Ramon met wie ze getrouwd is. Samen hebben ze drie kinderen; Nils (2011), Maud (2013) en Fleur (2014). Samen wonen ze in Nieuw-Vennep, gezellig met poes Suus.

4 Comments

  • Eefke

    Geweldig! Ik heb je verhaal weer eens met tranen van het lachen gelezen 🤣🤣 Wij zijn echte kampeerders, maar begrijpen het ‘kramperen’ meteen. Zeker als er ’s nachts teveel gerommel is…. Een reden dat wij op zomervakantie altijd die ene camping uitzoeken waar niemand anders naar toe wil 🤣🤣 dan maar een rustig lang weekend naar de populaire plekken 😁
    Zo leuke ervaring voor Niks, helemaal tof!

    • Leonie

      Hey Eefke! Ik wist dat jullie kampeerders waren vanaf het moment dat jullie op blote voeten door de straat liepen hihi! Heerlijk! Wat is jullie volgende bestemming???

  • Ebe

    Lieve Leonie,
    Wat fijn om hier te lezen dat je die kampeervakanties zo goed hebt ervaren. Vanmiddag op de boot was het ook een soortgelijk aan vroeger. Lekker klooien met bootjes, zwemmen in de haven, af en toe een huilend kind, zakje chips, glaasje limonade en veel lol met weinig. Heerlijk toch. Fijn dat je dit je kinderen meegeeft. Ik hou van je.
    Vader.

    • Leonie

      Ahh pappie, wat lief 😘 Dat dagje op de boot eergisteren bracht mij ook terug naar vroeger. Vooral toen jij van de boot af sprong het water in haha!
      Love you too vadertje! Kus kus

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.