Column

Aan die andere moeder

Ik hoor aan haar stem dat ze boos is, dat het haar raakt. Want haar kind kwam overstuur thuis. Hoe durfde ik haar super gevoelige zoon zo overstuur te maken. Wat ik zeg en wat ik denk zijn twee verschillende dingen. Ik begrijp dat je geschrokken bent zeg ik.

Je kind komt thuis, in tranen, kan bijna geen woord uitbrengen. Jouw kind. Het was ook jouw kind die de verantwoordelijkheid voor zelfstandig naar huis fietsen iets minder serieus nam waar door ik met mijn kinderen op de grond belandde. Dat is wat ik denk. Ik met mijn zwangere buik. Mijn kleine kindjes in de bakfiets.

Ik probeerde

Ik, die al probeerde om deze situatie te voorkomen. Maar wat ik probeer was onvoldoende om jouw kind te ontwijken in zijn geslinger door dromenland en over de klinkertjes. Ik, die jou kind ook nog toch gerust probeerde te stellen terwijl ik zelf stond te trillen op mijn benen. Met gehavende knie, geschaafde elleboog. Hoe zeer gevoelig en onzeker hij ook is, hij begon pas te huilen toen ik zei dat ik wel zijn ouders moest bellen.

Ik begrijp je

Maar wat ik zei was ik begrijp dat je geschrokken bent. Dat is ook niet prettig om je kind zo te treffen. Ik, terwijl mijn hartslag op 160 zat en ik bijna niet op adem kwam. Geschrokken. Want ik zag mijn 2 kleintjes richting de grond gaan. Ik zag mijzelf vallen met de fiets. Wat ik zei ik ben blij dat we allemaal oké zijn. Maar blij is natuurlijk alles behalve wat ik in deze ben.

Materiële schade daar ben je voor verzekert, maar toch probeert de moeder aan de andere kant van de lijn de schuld te verschuiven. Zo kennen we ons kind immers niet. Slingerend over de weg. Afgeleid. Wellicht wel onvoorzichtig en onoplettend. Deelnemen aan het verkeer is een grote verantwoordelijkheid. En zelfs dan ben je als ouder nog steeds verantwoordelijkheid voor jouw minderjarige. Ook als je er niet bij was. Ik denk het alleen. De woorden die ik zeg zijn meer in de trant van ik vind het heel vervelend dat hij zo geschrokken is. En hoop ondertussen dat het een wijze les was voor hem. Want ik verlies de hoop een beetje dat deze moeder hem die wijze les zal bijbrengen.

Ik bescherm je

Als moeder wil je je kind beschermen. Altijd. En hoe je dat ook doet, je doet het altijd goed. Deze keer lukt het je even niet. Niet helemaal. Dat geldt voor ons allebei. Want terwijl ik aanhoor hoe het wellicht wel mijn schuld was, omdat ik toch achterop hem was gefietst, denk ik aan hoe ik probeerde de fiets overeind te houden. Hoe ik zelf probeerde mijn kinderen te beschermen zodat ze niet op de straat terecht zouden komen. Hoe het eigenlijk al eerder begon toen ik voor de zekerheid controleerde of de riempjes allemaal vast waren, voor een keertje een andere route koos zodat ik niet twee keer hoefde over te steken. Hoe ik verderop een jongen een beetje roekeloos over straat zag slingeren. Hoe ik nog snelheid verminderde, belde, waarschuwde, meer ging afremmen, uitweek. Ik deed het alles om mijn kinderen te beschermen en het mislukte.

Ik laat je praten

Daar geef ik de andere moeder niet de schuld van. Ook niet de jongen op de fiets. Het gebeurde. Het is gebeurd. Hoe langer we praten, of eigenlijk hoe meer ik haar laat praten, ontstaat er rust. Ik laat de moeder praten, zodat ze kan nadenken, zodat ze zelf kan reflecteren. En vragen die ze stelt die beantwoord ik naar eer en geweten. Zij wil immers het verhaal begrijpen. En natuurlijk als haar kind zegt ik heb het niet gehoord. Dan heeft hij het niet gehoord. Dat kan.

Ik zeg je eerlijk

Wat ik niet zeg is dat het jouw kind was die begon te huilen toen ik hem vroeg naar een naam en telefoon. Wat ik daarbij namelijk denk, is dat ik dat best heel heftig vind. Dat betekent voor mij namelijk dat je kind angst heeft voor jouw reactie. Wat ik zeg is dat ik mij goed kan voorstellen dat hij onderweg naar huis zich wellicht wel zorgen heeft gemaakt over de reactie van mama of papa. Er viel immers een mevrouw met 2 kleine kindjes op de grond met haar fiets en jij was daar bij betrokken. Ook als het niet express ging, ook als je de consequenties van je eigen gedrag niet kan overzien. Je bent immer nog maar kind. Een kind wat een grote verantwoordelijkheid kreeg en daarin niet geslaagd is. Je kan er van leren, mits je ouders je daar bij helpen.

De andere moeder is er even stil van. Ik wijs niemand aan. Er is geen schuldige. Een samenloop van omstandigheden. Waarbij het nu gelukkig redelijk goed afloopt maar het kan ook anders gaan. Is wat ik zeg. Wat ik denk is, maar degene die zegt het spijt mij heel erg, weet dat de daden van zojuist hier toe geleid hebben. Wat je als moeder dan wel goed gedaan hebt, is je kind bijbrengen excuses te maken passend bij de situatie. Wellicht had ik als andere moeder ook nog anders moeten handelen. Met hem mee naar huis fietsen? Samen bellen naar zijn moeder? Misschien een knuffel? Ik weet het niet. Ik deed het niet. Jouw kind fietste al weg, en daarna probeer ik je te bellen.

Ik huil van verdriet

Terwijl ik zelf weg fiets, stromen de tranen. Wat een zooitje en geluk tegelijkertijd. De viskraam, waar ik voor deze een keer een andere route voor fietste, fiets ik voorbij. In mijn bakfiets twee kindjes zonder schrammen, zonder tranen. In m’n buik een bevestiging dat alles oké is. Het is de schrik. We zijn geschrokken. Ik. En de andere moeder. Want onze kinderen willen we altijd beschermen.

Liefs, Anouk

Anouk (1985) is een enthousiaste creatieveling, die altijd vol nieuwe ideeën zit. Maar bovenal is zij trotse mama van zoontjes Oscar Yule (2018) en Nordin (2021) en dochtertje Charlie Lena (2022). Ze is getrouwd met Sander, een grappig meneertje die iets met computers doet. Samen wonen zij in het gezellige Lisse met hondje Evi. Anouk is zelfstandig onderneemster. Zij werkt als foto-, en videograaf samen met andere vrouwelijke ondernemers om hun passie en verhaal te vertalen naar beeld.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.